Carl stond op en liep naar de jongen toe. "Waar luister je naar?" vroeg hij, hard genoeg voor de jongen om hem boven de muziek uit te kunnen horen. "Want het klinkt heel apart." Hij hield zijn hoofd een beetje schuin en keek naar de kleuren en noten die hij zag, maar het leek hem onlogisch dat het een piano en een drumstel waren, twee instrumenten die hele eigen kleuren hadden, kleuren die je bij geen ander instrument zag. Een ook de manier waarop de noten en sleutels door de kleuren sprongen, waren duidelijk verschillend bij deze twee.